“Elk jaar zoeken de partners elkaar op tijdens het broedseizoen. Het mannetje en vrouwtje maken dan balkende geluiden, waaraan zij elkaar tussen hun soortgenoten herkennen”, vertelt Sander. Zo ook in DierenPark Amersfoort. Bij dit liefdeskoppel heeft het in ieder geval geleid tot het leggen van eieren. “Die zijn gelegd in de broedholen waar de eieren beschermd liggen tegen weer en wind. Zowel het mannetje als het vrouwtje broeden op hun nest. Pinguïns, maar ook veel andere vogels, hebben onderaan hun buik een speciaal stukje huid waar weinig veren zitten. Dit wordt de ‘broedplek’ genoemd. Door deze plek komt de huid van de ouders direct tegen het ei aan en wordt er extra warmte afgegeven.”
Na zo’n kleine veertig dagen zijn de kleintjes uit hun eieren gekropen. Sander: “Nu nog met een donzig verenpak. Na twee tot vier maanden wordt hun grijze kleed omgeruild voor een zwart pak. Pas na anderhalf tot twee jaar krijgen de kuikens ook hun bekende witte veren.” Langs de Zuid-Afrikaanse kust is de populatie van de zwartvoetpinguïn de afgelopen decennia sterk afgenomen. Door klimaatverandering is hun voedselplaats namelijk slechter bereikbaar geworden. “Daarom zijn wij extra blij met de geboortes van de twee pinguïns in DierenPark Amersfoort.”