“In het water behalen deze vogels een snelheid van twintig kilometer per uur en duiken tot een diepte van wel zestig meter. Wanneer de ouders jagen, leren de jongen zwemmen door goed naar hun vader of moeder te kijken”, legt Marc uit. De kuikens trotseren het water vaak na twee tot vier maanden. Dan kunnen zij voor het eerst zelf op jacht.
“Zwartvoetpinguïns houden niet van kou, vandaar dat zij in het wild voorkomen aan de Zuid-Afrikaanse kust. Gelukkig hebben zij een dubbel verenkleed dat hen beschermt tegen de koude oceaan. De tweede laag van hun verenkleed is zelfs met vet ingesmeerd, zodat het waterdicht is.” Je kunt de jonge pinguïns nu nog goed herkennen aan hun donzige vacht in hun nek. Binnenkort verruilen de kuikens deze donsveertjes voor uiteindelijk zwart met wit verenpak.
Langs de Zuid-Afrikaanse kust is de populatie zwartvoetpinguïns de afgelopen decennia sterk afgenomen, onder andere door olierampen. Het DierenPark Amersfoort Wildlife Fund ondersteunt daarom de Southern African Foundation for the Conservation of Coastal Birds (SANCCOB). Deze organisatie redt en verzorgt samen met andere natuurorganisaties zeevogels, zoals pinguïns die gewond zijn geraakt of ziek zijn geworden. Deze foundation vangen de vogels op om hen vervolgens weer aangesterkt in het wild uit te zetten. Marc: “Met onze groep gaat het gelukkig goed. Onze jongen groeien snel en doen het erg goed. Zij laten zich vaak zien en dobberen lekker rond in DierenPark Amersfoort.”