Reptielen zijn koudbloedige dieren. Dat betekent dat zij afhankelijk zijn van hun omgeving en passen hun lichaam daarop aan. Om de natuurlijke situatie in het Honderdduizend Dierenhuis zo goed mogelijk na te bootsen, worden de leefomstandigheden in de terraria aangepast aan de situatie in het wild. “Als de reptielen in goede conditie verkeren, bouwen wij het klimaat langzaam af. De temperatuur gaat omlaag, maar ook de daglengte korten we steeds verder in”, legt Paul uit. De temperatuur in de woestijnbak, waar onder andere de padhagedis en woestijnleguanen leven, wordt verlaagd van dertig graden naar twintig graden. Onder de spots is de temperatuur in de zomer zelfs 50 graden. Wanneer het kouder wordt, en de reptielen hun winterrust innemen, vertragen alle lichaamsprocessen. De dieren eten niets en verbruiken dus ook weinig energie. Bij een winterrust bewegen deze reptielen sporadisch.
Het licht in een aantal terraria is gedempt, omdat sommige warmtelampen zijn uitgeschakeld. Bezoekers kunnen aan het gedrag van de chuckwalla’s, woestijnleguanen, doornstaartagamen, lintslangen en de padhagedis zien dat bij hen de winterrust is begonnen. “Deze reptielensoorten verstoppen zich en bewegen nauwelijks. Ook al zijn de dieren in winterrust, bezoekers kunnen de koudbloedige dieren nog steeds vinden in het Honderdduizend Dierenhuis in DierenPark Amersfoort. “Je moet soms alleen wat meer geduld hebben”, tipt Paul. Het gilamonster is tijdelijk niet zichtbaar voor bezoekers, zodat het reptiel in een donkere, afgesloten ruimte in winterrust kan gaan. Een blauwtongskink neemt tijdelijk plaats in het lege terrarium. Vanaf februari stijgt de temperatuur in de terraria weer langzaam. Dan is de winterrust officieel voorbij en is ook het gilamonster weer zichtbaar.