Willem Verdonck is Teamleider Dierverzorging. Hij geeft leiding aan alle dierverzorgers en is eindverantwoordelijk voor de diercollectie.
Rouwende dieren
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan en biologen zijn het erover eens: sommige dieren rouwen. Olifanten en mensapen zijn hier enkele voorbeelden van. Beide diersoorten zijn sociale en intelligente groepsdieren die aan elkaar gehecht raken. Een kudde olifanten staat een lange tijd stil bij hun overleden soortgenoot. Zij raken het aan, duwen ertegen en strooien er zand overheen. Daarbij zie je dat het gedrag van dieren tijdelijk kan veranderen.
Van sommige andere dieren is het lastig om te zeggen of zij rouwen. Je ziet bij sommige dieren wel een tijdelijke gedragsveranderingen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij tijgers. Tijgers zijn solitaire dieren. Dat betekent dat zij in het wild alleen leven. In ons dierenpark hadden wij twee tijgers. Het mannetje is eind vorig jaar overleden. Aan het vrouwtje konden wij een tijdelijke gedragsverandering zien. Haar routine veranderde even, maar zij rouwde niet zoals olifanten of mensapen dat doen.
Groepsdieren, zoals leeuwen, moeten hergroeperen wanneer een familielid overlijdt. Zij maken een verandering door en moeten wennen aan de nieuwe situatie. Ieder individu krijgt een nieuwe taak binnen de groep. Maar ook bij leeuwen gaat dit verwerkingsproces heel anders dan bij mensen. Mensen hebben emoties en gevoel en wij zijn geneigd om aan te nemen dat dieren deze emotie ook hebben. Toch lijken sommige dieren veel zakelijker om te gaan met de dood. In de dierenwereld gaat het om leven en overleven. In de mensenwereld is dit complexer.
Afscheid moeten nemen
Het overlijden van een dier in een dierentuin kan verschillende oorzaken hebben. Een dier kan ziek zijn of een aandoening hebben waardoor het dier komt te overlijden. Vaak, wanneer dit het geval is, kunnen wij ervoor kiezen om het dier in te laten slapen. Hierdoor hoeft het dier geen pijn te lijden.
Hoe graag wij het ook zouden willen, wij kunnen de dood niet altijd voorkomen. Dieren in dierentuinen hebben vrijwel altijd medische zorg tot hun beschikking. Wij houden hun gezondheid goed in de gaten. Toch kan het voorkomen dat een dier een ziekte of aandoening heeft die wij niet kunnen voorkomen of genezen. Dan overlijdt het dier.
Het dierenlichaam wordt meestal naar Universiteit Utrecht gebracht. Daar wordt het dier onderzocht op ziektes en aandoeningen en wordt de doodsoorzaak vastgelegd. Soms verricht onze eigen dierenarts sectie op het lichaam.
Wij vinden het belangrijk om te weten wat de doodsoorzaak is, omdat wij eventuele verspreiding van ziektes kunnen tegengaan op soortgenoten in ons dierenpark. Natuurlijk kunnen wij het niet terugdraaien, maar wij kunnen er wel van leren. Zo achterhalen wij hoe ziek een dier was en welke aandoening het dier fataal werd. Met deze kennis kijken wij opnieuw naar de gezondheid van de andere dieren in ons dierenpark.
En dan?
Zodra de doodsoorzaak is vastgelegd, wordt bepaald wat er met het lichaam gebeurt. Dit besluit neemt een dierentuin niet altijd alleen. Dit is soms in samenspraak met andere dierentuinen in binnen- en buitenland en het EEP (het Europees fokprogramma) van het specifieke diersoort. Samen dragen wij bij aan een gezonder leven en beter welzijn van dieren in aangesloten dierentuinen én in het wild.
Vaak wordt een overleden dier aan de wetenschap gegeven. Dan draagt het lichaam bijvoorbeeld bij aan onderzoek naar de ontwikkeling van een nieuw medicijn dat soortgenoten in dierentuinen, maar ook in het wild kan genezen. Dit gebeurt onder andere door ontwikkelingen van vaccins. Zo krijgt het overleden dier dus de kans om na zijn dood van betekenis te zijn voor zijn soortgenoten.
Herpesvaccin
Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar een vaccin tegen het herpesvirus waaraan jonge olifanten vaak overlijden. DierenPark Amersfoort heeft de afgelopen jaren twee jonge olifanten verloren die aan het virus leden. Beide lichamen werden naar Universiteit Utrecht gebracht. Daar konden de virusdeeltjes worden onderzocht waardoor onderzoekers uiteindelijk dichterbij de ontwikkeling van een vaccin komen.
Educatie
Naast wetenschappelijk onderzoek worden lichamen ook voor andere doeleinden ingezet. Er kan ook gekozen worden om het lichaam beschikbaar te stellen voor educatie, zodat kinderen van alles te weten komen over het diersoort. In het museum in het Honderdduizend Dierenhuis staat een aantal opgezette dieren en in andere musea zijn ook veel overleden dieren te zien. Ook worden sommige dieren naar universiteiten gebracht waar de levensechte dieren bestudeerd kunnen worden en waar onderzoekers van kunnen leren. De dierenlichamen die uiteindelijk niet gebruikt worden, worden gecremeerd.
Verdriet om verlies
In ons dierenpark vinden wij dat ieder dier gelijk is en dat ieder dier dezelfde zorg verdient. Ik herken de meeste dieren en sommige dieren herkennen mij. Met hen heb ik een bepaalde interactie. Toen onze tijgerman Ilja overleed, verloren wij een icoon. Veel dieren hebben unieke karaktereigenschappen, waardoor het gemis groter is als zij er niet meer zijn.
Mijn collega’s ervaren dit ook. Alle verzorgers doen hun werk, omdat zij een passie hebben voor het vak. Je wilt als verzorger dat het goed gaat met je dieren. Maar helaas kan dit niet altijd. Soms is dat heel frustrerend en verdrietig. Maar wij willen het beste voor alle dieren en wij weten dat de dood soms niet te voorkomen is. Het hoort bij het leven.