Saskia Visser is dierverzorger en gek op kleuren. In deze blog vertelt zij waarom sommige dieren fel gekleurd zijn en zich maar al te graag willen laten zien.
Veel dieren hebben grauwe, onopvallende kleuren. Schutkleuren, noemen we die. De zwarte, witte, bruine of grijze vacht gaat op in de omgeving. Zo kunnen roofdieren hen minder makkelijk vinden. Deze dieren hebben dat goed voor elkaar. Slim!
Maar niet alle dieren maken gebruik van deze handigheid. Sommige dieren hebben juist een felle kleur, omdat zij wél willen opvallen. Gek hè? Maar eigenlijk zijn hun redenen ook logisch. Zij hebben deze kleuren om te waarschuwen, elkaar te herkenning of om elkaar te verleiden.
Waarschuwing
Heb je wel eens felgekleurde kikkers gezien? Die vind je niet in de vijver bij jou in de buurt, maar wel in tropische regenwouden en in DierenPark Amersfoort. De gouden mantella is een felgekleurde kikker die leeft op Madagaskar. Het diertje laat met zijn felle kleur aan roofdieren weten: ‘Pas op! Ik ben giftig.’ Roofdieren weten dat zij de kikker beter met rust moeten laten.
Herkenning
Sommige vissen en vogels gebruiken hun felle schubben en veren om elkaar te herkennen. In de grote oceaan en het grote woud leven veel dieren. Zij herkennen elkaar onder andere aan de kleuren. Kijk maar eens naar cichliden. Dit zijn felgekleurde vissen die samenleven met de krokodillen in DierenPark Amersfoort. Hun schubben variëren van blauw tot oranje.
Felle kleuren in het water hebben twee functies. Door het water worden kleuren als het ware vervaagd, vooral in troebel water. Hoe verder je van een kleurrijke vis weg bent, hoe minder kleuren je nog kunt zien. De rode kleur verdwijnt als eerste, daarna oranje. Op een korte afstand zorgt de kleur voor herkenning. Van ver weg biedt het juist camouflage.
Ook vogels, zoals parkieten, herkennen elkaar aan hun kleurrijke verenpakket. En dat moet ook wel, want in de tropen leven duizenden verschillende vogels. Bij veel vogels zijn zowel het mannetje als het vrouwtje fel gekleurd. Deze soorten hebben weinig te vrezen voor roofdieren en hoeven dus niet beschut door het leven te gaan. In deze natuur is het juist belangrijk om herkend te worden, maar ook om gezien te worden. De concurrentie is hoog, zowel voor het vinden van een partner, als het vinden van de perfecte plek voor het bouwen van het nest.
Verleiding
Soms zijn mannetjes en vrouwtjes in de dierenwereld lastig van elkaar te onderscheiden. Bij andere diersoorten is het verschil wel duidelijk te zien. Waar het vrouwtje een schutkleur heeft, pronkt het mannetje met zijn felle kleuren. Kijk maar eens naar een pauw. De vrouwtjes zijn bruin en vallen daardoor minder op in de natuur. De mannetjes zijn blauwgekleurd en hebben een prachtige, lange staart. Met zijn uiterlijk verleidt hij de vrouwtjes.
Een mannelijke goudfazant is ook anders gekleurd dan het vrouwtje. Zijn verencollectie bestaat uit rode, gele en blauwe veren. Zij is daarentegen bruin en valt daardoor minder goed op wanneer zij broedt op haar nest.
Risico’s
Deze mannen zijn mooi, maar zij betalen wel een hoge prijs voor hun schoonheid. Doordat zij meer opvallen, zullen zij ook eerder een prooi zijn. Maar de natuur heeft het goed bedacht. Bij veel diersoorten paart een mannetje met meerdere vrouwtjes. Er zijn dus minder mannelijke dieren ‘nodig’ om de vrouwtjes te bevruchten.
Roofdieren zullen eerder de opvallende mannetjes aanvallen. Hierdoor leven er meer vrouwtjes. Te veel mannetjes in de natuur is ook niet goed. Dat levert onderlinge concurrentie op. Zo houdt de natuur de soort in stand.
Mijn favoriet
Ik vind zelf de kameleon een prachtig dier. Zowel zijn kleuren als de manier waarop hij beweegt vind ik indrukwekkend. Ik vind het mooi dat een dier zo ontwikkeld is dat zijn lichaam reageert op factoren van buitenaf.
Kameleons veranderen niet van kleur om zich te verstoppen. Soms wordt dat gedacht, maar zij doen dit om andere redenen. Zij veranderen hun lichaamskleur om roofdieren te waarschuwen of af te schrikken. Maar daarnaast kunnen kameleons hun eigen lichaamstemperatuur regelen door hun kleur aan te passen. Bijzonder hè?!